maandag 18 mei 2009

Mobiel

"Ja, met mij. Ja, ik zit in de trein ja. We rijden net weg uit Utrecht." Het is een zin die ik inmiddels vanaf de eerste letter mee kan spreken, ongeacht wie het zegt. Toegegeven, in het Frysk is het wat lastig, maar ook daar kom ik na een avond oefenen inmiddels wel uit. Het geeft echter wel aan hoe het in ons land tegenwoordig gesteld is met de mobiliteit. De Nederlander lijkt anno 2009 geboren met een telefoon aan het oor en het openbaar vervoer is klaarblijkelijk de uitgelezen plaats om de dingen te doen waar we thuis niet meer aan toekomen. Dus is het eerste wat zo'n 95% van de treinreizigers doet zodra er na veel moeite toch een zitplaats is gevonden de mobiele telefoon erbij pakken. Er wordt gebeld, bijgekletst, smsjes verstuurd en ge-WAPt, al gebeurt dat laatste steeds minder frequent, zo heb ik mij laten vertellen. De trein is een verlengde geworden van de huiskamer zodat er in de huiskamer dingen gedaan kunnen worden waar een mens door al het telefoneren niet meer aan toekomt.
Ik kan me nog een tijd herinneren dat iedereen die niet voor zich uit zat te staren in gesprek was met een mede-passagier of een boek las. Lezen is kennelijk heel 2007, tenzij het gebeurt op een e-reader. Ook mooi, een boek wat door de felle zon lastig leesbaar is en waarvan als je onderweg bent ook nog de batterijen kunnen opraken.
De overige 5% van de passagiers klapt de laptop open zodra ze zitten. De trein is namelijk ook een verlengde geworden van het kantoor. Gisteren zat een al wat oudere dame met notebook op schoot en de telefoon aan het oor mensen af te bellen die posters hadden besteld bij, vermoedelijk, haar bedrijfje. Er worden lustig deals gesloten met toekomstige klanten die zich ook afvragen wat het geruis op de achtergrond is.
En ik snap het niet zo goed. Nu snap ik tegenwoordig minder en minder dus mag dat geen verrassing zijn, maar de tijd dat ik onderweg ben van mijn werk naar huis is voor mij een overgangsperiode, een tijd waarin ik de drukke werkdag achter me laat en omschakel naar een vrije avond. Ik ben in een absolute minderheid als ik zeg dat ik regelmatig lees in de trein en geen hoge pet opheb van al dat gebel en getik onderweg.
Maar goed, ik ga afsluiten. De conducteur roept om dat we al bijna in Amersfoort zijn.

Geen opmerkingen: