donderdag 28 augustus 2008

Schiphol

Vakantietijd. De één trekt tot ver over de landsgrenzen, de ander is content met een retourtje Rottumerplaat. De familie Jansen propt de caravan of camper vol en tuft langs over de Périférique richting Zuid-Frankrijk terwijl de overburen meer dan tevreden zijn met een week of twee bezig zijn in de achtertuin. De coniferen moeten immers ook nodig gesnoeid worden. Een aanzienlijk deel van het Nederlandse volk laat zich echter graag met het vliegtuig vanaf Schiphol vervoeren naar eender welke zonnige bestemming dan ook. Ik zelf mag dat ook graag doen, met een duidelijke voorkeur voor de Griekse zon, en zit dan ook minimaal één keer per jaar tussen de rest van mijn medelanders te wachten op dat vliegtuig naar dat verre oord.
Schiphol is voornamelijk wachten. En winkelen. Een andere reden kan het niet hebben dat een mens zich uren van tevoren al bij de balie mag melden. Ja, de rij náár die balie misschien, maar dat inchecken duurt zo lang nog niet. Koffer op de band, etiketje er omheen en die zien we uiteindelijk op de plaats van bestemming wel weer terug. Althans, dat hóóp je. Zelf stiefel ik na het afgeven van de bagage normaliter zo rap mogelijk richting het dichtstbijzijnde kroegje. Vannacht is dat echter geen optie; zelfs Schiphol slaapt om drie uur ’s nachts. De enige overgebleven optie is eigenlijk een hete kop automaatkoffie met een lauw broodje wat de avond ervoor gebakken is, en ook dat is geen optie. Bij de automaatkoffie en de lauwe broodjes is het namelijk wél druk. Ik sta daar eens naar te kijken, vraag me af waarom, haal mijn schouders eens op en besluit door te slenteren. Dan maar naar de gate. C, welteverstaan. Uiteraard is dat achteraan, maar dat is niet erg. Dat doodt tijd.
Bij gate C zit nog geen handvol mensen. Er staat een vliegtuig. Ons merk, maar bij de volgende sluis vertrekt er straks ook nog één van datzelfde merk, dus veel zegt dat ook niet. Ik nestel me zo comfortabel als dat gaat in zo’n plastic fauteuil en pak mijn boek. Inmiddels is het half vier, en over zo’n anderhalf uur gebiedt de planning het toestel te vertrekken. Zo in de vroege ochtend moet dat ook een haalbare doelstelling zijn.
Twee pagina’s gevorderd komen de eerste mensen echter al aangelopen, ongetwijfeld met een kop koffie en een broodje achter de kiezen. Vader heeft er duidelijk zin in, met zijn lichtbruine, te lange korte broek en zijn sandalen. Daar bovenop draagt de beste man een waarschijnlijk niet door zijn vrouw uitgekozen geruit shirt waar aan de bovenkant teveel knoopjes los zitten. Het type vakantie-Amerikaan is ook in onze contreien doorgebroken, klaarblijkelijk. Maar het is vakantie, blijkbaar mag dat dan. In een flits zie ik het echtpaar thuis nog ruzie staan maken over de combinatie terwijl de sleutels aan de buitenkant al in het slot van de deur gestoken zijn. Moeder oogt al niet veel vlotter. Een beetje een dertien-in-een-dozijn huismoeder met bril. Een muizig typetje waarvan je direct weet dat de Margriet én de Viva in de handtas zitten. De Viva uiteraard om je vlotter en jonger voor te doen dan je bent. Vader had met dat excuus graag een abonnement op de Playboy genomen maar heeft daarbij aan het kortste eind getrokken. Dochterlief ziet er uit alsof ze zojuist is aangenomen bij TMF, de Nederlandse kweekpoel voor het non-talent van BNN. Concreet betekent dit dat ze veel te dunne spijkerbroeken draagt waarvan je jezelf afvraagt of ze er ingenaaid en uitgeknipt moet worden. Daar onder draagt ze een stel pumps van een type zoals ze die vanaf de jaren vijftig al niet meer maakten, en in een kleur waarvan ik het bestaan niet eens afwist. Voor de oorbellen verdenk ik haar een slinky op brute wijze ontmanteld te hebben en het haar is natuurlijk hevig gestyleerd. De blonde krullenbol van een zoon verschuilt zich verstandigerwijs onder een scheef op het hoofd gedrapeerde pet en steekt al mokkend de handen in de zakken van zijn veel te grote en wijde spijkerbroek. Heel verstandig, had ik op zijn leeftijd waarschijnlijk ook gedaan.
In het kielzog van de druk kwetterende familie volgen er meer. Bij sommige ligt de gemiddelde leeftijd iets hoger, bij sommige iets lager. Bij het ene gezin mist er een kind en bij de volgende hangt er nog een extra lid bij. Maar in alle gevallen in dezelfde basis-opstelling: de Amerikaanse toerist, de grijze huismuis, de TMF-dochter en de onverschillige, verschuilende zoon. Veel zinnigs komt er bij de meesten niet uit. Geneuzel over koetjes en kalfjes en een eindeloze reeks vragen naar de overbekende weg bereikt mijn oren. Ik kan een grijns niet onderdrukken, leg mijn boek weg en ga dit eens heel gebiologeerd zitten aankijken. Als je lekker bezig bent duurt anderhalf uurnamelijk niet zo lang. Halverwege de optocht borrelt echter een gedachte bij me op die me de rest van de vakantie niet meer los zal laten, net zoals dat ieder jaar het geval is: dit is dus de gemiddelde Nederlander. Direct daarna bedenk ik me dat ik over anderhalf uur waarschijnlijk ook écht aan vakantie toe ben.

Geen opmerkingen: